donderdag 19 januari 2017

VRAGEN ZONDER ANTWOORDEN: COLLECTIE ANONIEM IN MUSEUM BELVEDERE - deel 1


Er werd verbouwd aan het Zuiderdiep. Waar precies was niet duidelijk, maar er stond in ieder geval een grote container aan de weg waarin bouwafval werd gestort. Bovenop lag een betonroooster, zo’n ijzeren hekwerk dat blijkbaar was gebruikt om een gipsmuurtje te verstevigen, want op de kruispunten waren, in onregelmatige vormen, restjes gips blijven hangen. Verrek, dacht ik, dat lijkt wel een werk van Harmen Abma. Alleen, zo’n prachtige Abma had ik nog nooit gezien! En dan ga je nadenken. Wat zou er gebeuren als ik met dit ding binnensloop bij Museum Belvedere en het in een onbewaakt moment aan de wand hing? Zou er één museumbezoeker argwaan krijgen? Ik ga het maar niet proberen.





Wat is dit? Een koffiepot. Is dit kunst? Nee, natuurlijk niet. Hij staat bij mij in de keuken. Kunst wordt hij pas als Klaas Gubbels hem schildert. Maar stel nou dat Gubbels een viltstift pakt en hem aan de onderkant signeert. Wordt het daarmee een ready-made, en dus kunst?





Jarenlang verzamelde Rob Scholte borduurwerkjes, op rommelmarkten, in kringloopwinkels, bij het grofvuil. Stoere zeemannen met zuidwester en pijp, Nachtwachten, Drinkers, zigeunerjongetjes met traan, jachttaferelen met mannen in rode jassen met honden. Hij spande ze opnieuw op, maar nu met de onafgewerkte achterkant naar voren, deed er een eenvoudig lijstje om en signeerde ze ‘R. Scholte’. Toen hij genoeg had, exposeerde hij ze allemaal in grote blokken aan de wanden van Museum de Fundatie in Zwolle. Maar als ik er nu één van de wand pak, heb ik dan ook een kunstwerk in handen?



Lang geleden maakte Jeff Koons stalen sculpturen van een rode kreeft, wel twee meter hoog. Die kreeft had Koons niet zelf bedacht. Hij was gebaseerd op een plastic opblaasbeest waarmee kinderen in bad konden spelen. Toen kreeg hij een tentoonstelling in een Amerikaans museum, en de directeur had een idee. Hij kocht razendsnel alle rode kinderkreeften die hij in de speelgoedwinkels in de wijde omtrek kon vinden en bood ze vervolgens te koop aan in de museumwinkel. Ze gingen grif van de hand, voor 75 dollar per stuk. Moest deze man onmiddellijk worden gearresteerd?




Hoort een Afrikaans Fang masker, van recente datum dus niet heel zeldzaam of waardevol, in een museum thuis? Nee, zou je zeggen. Kenners van tribal art halen er hun neus voor op. Maar als je nou eens niet één, maar twaalf van die Afrikaanse maskers neemt en die in een patroon op de vloer legt in een museumzaal, heb je dan een conceptueel kunstwerk?

‘Quiet night!’ zei een Britse collega tegen premier Gerbrandy, toen ze tijdens de oorlog ’s avonds samen op een balkon in Londen stonden. ‘Nei’, antwoordde Gerbrandy, die nauwelijks Engels sprak. ‘Kwait ok nait.’

Sorry. Flauw. Maar ik weet het ook niet. Het waren maar een paar van de vragen die bij me opkwamen na het zien van de tentoonstelling Collectie Anoniem in Museum Belvedere. Kunst en kitsch, echt en vals, hoog en laag. Maar als een expositie, of hij nou goed is of niet zo goed, je zo aan het denken zet, heeft hij bij voorbaat al zijn nut gehad, zou je zeggen. Daarom zeer binnenkort meer.